Mama krijgt een ruggenprik. Bij ruggenprik spuit de anesthesist verdovende vloeistof tussen de ruggenwervels. Meestal wordt de huid eerst plaatselijk verdoofd. Vaak voelt mama dan de ruggenprik zelf nauwelijks meer. Als snel worden mama onderlichaam en benen gevoelloos. Soms was mama kortdurend wat misselijk als gevolg van een bloeddrukdaling. En mama een of twee keer overgeven. Bij een ruggenprik maakt mama de geboorte van het kind ( ik ) bewust mee, en al tijdens de operatie kunt mama het kind ( ik ) zien, horen en aanraken. Mama heeft tijdens de operatie geen pijn, wel voelt mama soms dat er getrokken wordt of op de buik geduwd. Een enkele keer reikt de verdoving iets hoger dan alleen mama onderlichaam. Het lijkt dan of ademhalen moeilijk gaat. Dit is vervelend, maar het kan geen kwaad.
Bijna altijd maakt de gynaecoloog een "bikinisnede", een horizontale ( dwarse ) snede van 10 - 15 cm vlak boven het schaambeen, ongeveer rond de haargrens. Na de snede in de huid worden het vet onder de huid en een laag verstevigend bindweefsel boven de buikspieren doorgesneden. De lange buikspieren die van de ribbenboog naar beneden lopen worden opzij geschoven, en vervolgens opent de gynaecoloog de buikholte. De blaas, die voor een deel over de baarmoeder heen ligt, wordt losgemaakt van de baarmoeder en naar beneden geschoven. Daarna haalt de gynaecoloog meestal via een dwarse snede in de baarmoeder het kind ( ik ) naar buiten. Nogal drukt men daarbij op mama buik.
Als het kind ( ik ) geboren is, wordt de navelsreng doorgeknipt. Omdat alles steriel moet blijven, mag de vader dit niet zelf doen, zoals bij een "normal" bevalling. Na het doorknippen van de navelstreng krijgt mama via het infuus doorgaans een antibioticum en een medicijn om de baarmoeder te laten samantrekken. Als de placenta geboren is, hecht de gynaecoloog de baarmoeder en de verschilende lagen van de buikwand.
No comments:
Post a Comment