Rond het tweede jaar kan een peuter langere zinnetjes maken. Twee, drie woorden achter elkaar. Met een kind praten, helpt bij het opbouwen van de woordenschat. Door het ritme van de taal leert het ook de zinsbouw herkenen.
De woordenschat van je kind breidt zich nu snel uit. Al snel zullen er twee woordjes achter elkaar komen : het eerste zinnetje. Je stimuleert de taalontwikkeling, als je veel praat met je kind. Dat hoeft niet ingewikkeld te zijn, vertel gewoon wat je aan het doen bent. Des te eerder begrijpt je peuter veel alledaagse uitdrukkingen als : samen een broodje eten, je jasje pakken, boodschappen doen, ezv.
Je bent de kind van onze dromen. Een Wonder Kind van onze God. Je bent opgegroeid met onze liefde. De wereld wordt je wereld.
Tuesday, July 31, 2007
Monday, July 30, 2007
GOED EN STOUT
Peuters beginnen nu in de gaten te krijgen wat wel en niet mag.
Als je iets verbiedt zal je kind het niet doen, zolang je in de buurt bent. Maar ben je uit zicht, dan is dat verbod ook weg. Na het tweede jaar komt bij een kind het besef waarom dingen niet mogen. Dat noemen je gewetenvorming. door geduldig te blijven uitleggen wat wel en niet mag leert je kind des te sneller het verschil tussen goed en stout.
Als je iets verbiedt zal je kind het niet doen, zolang je in de buurt bent. Maar ben je uit zicht, dan is dat verbod ook weg. Na het tweede jaar komt bij een kind het besef waarom dingen niet mogen. Dat noemen je gewetenvorming. door geduldig te blijven uitleggen wat wel en niet mag leert je kind des te sneller het verschil tussen goed en stout.
Friday, July 27, 2007
Subscribe to:
Posts (Atom)